Faunabeheereenheden
Flevoland | Noord-Holland | Utrecht | Zeeland | Zuid-Holland
Ganzen zijn beschermde dieren en mogen niet zomaar worden verstoord, weggejaagd of gedood. Vanwege schade aan natuur en landbouw, en vanwege de vliegveiligheid is dat soms toch nodig. Maar maatregelen daarvoor moeten wel goed onderbouwd worden, en door de provincie worden goedgekeurd. Daarom maken we een faunabeheerplan voor ganzen, dat gebaseerd is op betrouwbare data en waarbij vele experts hun kennis en kunde inbrengen.
Nederland is met recht hét ganzenland in Europa. Veel mensen genieten daarvan. Enkele decennia terug waren er echter veel minder ganzen. Bijvoorbeeld de grauwe gans die nu heel algemeen is, was bijna uitgestorven in ons land. Daarom zijn ganzen beschermde dieren en is het niet toegestaan de populaties zomaar veel kleiner te maken. Ook al veroorzaken ganzen veel schade aan natuur en landbouw en vormen ze een risico voor de vliegveiligheid, we moeten beheermaatregelen zorgvuldig afwegen en goed onderbouwen. Daartoe dient dit interprovinciale Ganzenplan.
Conform de wettelijke kaders is het beperken van schade het doel. Populatiebeheersing kan een middel zijn om dat te bereiken.
Alle reacties die we hebben ontvangen, zijn gelezen. Bij het publiceren van de aangepaste teksten op de website doen we verslag van de binnengekomen reacties en of en hoe die daarin verwerkt zijn. Dit verslag is anoniem, er staat dus niet in wie welke reactie heeft ingestuurd. Intern houden we wel een detaillijst bij. Dus mocht je willen weten wat er met jouw specifieke inbreng is gebeurd, dan kan je daarover contact met ons opnemen. We staan altijd open voor een gesprek.
Inbreng op het plan wordt feitelijk beoordeeld. Dus of een punt nu één keer of honderd keer wordt ingebracht, het wordt bekeken op de eigen betekenis. Alle ingebrachte punten worden navolgbaar gemaakt. Enerzijds doen we daar geanonimiseerd verslag mee van de input op de conceptteksten. Anderzijds kunnen we zo nodig per stakeholder nagaan wat er met zijn of haar inbreng is gebeurd.
De terreinbeherende organisaties zijn vertegenwoordigd in de besturen van de faunabeheereenheden, en krijgen net als andere belanghebbenden de gelegenheid om inbreng te leveren op de teksten voor het interprovinciaal ganzenplan, via de website.
De WBE’s zijn vertegenwoordigd in de besturen van de faunabeheereenheden. Daarnaast hebben de WBE’s een wettelijke rol: ze worden bij het concept plan gehoord. Overigens kunnen WBE’s net als alle andere belanghebbenden reageren op de teksten via de website, en kunnen ze navolgen wat er met de inbreng is gebeurd.
Als je iets niet begrijpt, stel dan je vraag via info@ganzenplan.nl. Je krijgt vlot antwoord. We staan met een team klaar met de oprechte wens iedereen goed en zo snel mogelijk antwoord te geven.
Er worden heel veel data en bronnen gebruikt in het Ganzenplan, te veel om hier op te noemen. De data en bronnen die worden gebruikt, zullen in de hoofdstukken worden beschreven. Zo kan iedereen nagaan welke gegevens worden gebruikt en hoe die gegevensbasis tot stand is gekomen. Als je daar vragen over hebt, stel ze via info@ganzenplan.nl, dan zorgen we voor een vlotte reactie met meer informatie.
In het faunabeheerplan wordt op basis van data en de ecologie van het dier onderscheid gemaakt tussen stand- en trekvogels. We werken met de best mogelijke gegevens om te bepalen wat dit verschil betekent voor eventuele maatregelen. Vervolgens zal op basis van deze feitelijke gegevens ook helder worden gecommuniceerd met belanghebbenden.
De FBE Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Utrecht en Zeeland maken samen het Ganzenplan. Hier betrekken we wetenschappers, juristen en deskundigen bij. Als een concepttekst af is, plaatsen we deze op de website en kunnen alle belanghebbenden hun kennis ook delen.
Ganzenpopulaties zijn niet in iedere provincie even groot, en veroorzaken niet in elke provincie evenveel schade aan landbouw en natuur. Ook de kwestie rond vliegveiligheid speelt niet overal in Nederland. Er is dus ‘maatwerk’ nodig. Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Utrecht en Zeeland hebben wel vergelijkbare ganzenproblematiek. Vandaar dat deze provincies nu voor het eerst samenwerken aan dit Ganzenplan. Als het ons lukt om samen tot één integraal plan te komen, kunnen we in de toekomst misschien met nog meer provincies samenwerken. Ganzen trekken zich immers helemaal niets aan van provinciegrenzen!
Op 6 juni jl. hebben de gedeputeerden van de provincies Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Holland, Flevoland en Zeeland en de voorzitters van de vijf deelnemende FBE’s het eerste deel (de gegevensbasis) van het interprovinciaal Ganzenplan onderschreven. Op 7 juni hebben ook de afgevaardigden van de besturen van de FBE’s hun instemming uitgesproken. Dit betekent dat we voort kunnen met de volgende stap: het ontwikkelen van een gezamenlijk maatregelenpakket.
Er zijn twee mogelijkheden. Via een goedkeuringsbesluit kan één provincie mede namens de andere provincies dit interprovinciale faunabeheerplan goedkeuren. Een andere mogelijkheid is, dat iedere provincie het maatregelenpakket uit het Ganzenplan in de eigen provincie goedkeurt. Het ministerie van IenW heeft geen bevoegdheid in het vaststellen van faunabeheerplannen.
Er zijn nog geen afspraken gemaakt over de communicatie na het vaststellen van het plan. Dit zal in het najaar van 2024 worden gedaan.
Er zijn heel veel partijen betrokken bij de totstandkoming van dit interprovinciale Ganzenplan. We hebben tijd nodig gehad om al die partijen bij elkaar te krijgen en het is gelukt! De planning van dit Ganzenplan is ambitieus, maar wel haalbaar. Alle partijen zullen zich daarvoor inzetten.
De huidige faunabeheerplannen voor ganzen, zoals die nu van kracht zijn in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Utrecht en Zeeland, blijven van kracht totdat er een nieuw faunabeheerplan is vastgesteld.